Anton Cornelis Zeven werd op 9 maart 1933 geboren in Malang, Oost-Java, voormalig Ned. Oost-Indië. Hij studeerde Tropische landbouwplantenteelt aan de Landbouwhogeschool. In 1959 ontving hij zijn ingenieursbul. Na een verblijf van vier jaar als agronomist en ‘Officer-in-Charge’ van het West-African, thans Nigerian Institute for Oil Palm Research substation Abak in de provincie Anang, en één jaar op de Main Station nabij Benin-City, keerde hij, zijn vrouw Nineke en twee in Nigeria geboren kinderen Harm en Ninet terug naar Nederland. Hij werd aangesteld als docent-onderzoeker bij de afdeling Plantenveredeling van zijn voormalig Landbouwhogeschool (nu WUR-Wageningen Universiteit en Research). Hij behaalde in 1967 zijn doctor’s titel na verdediging van zijn proefschrift over half-wilde oliepalmbossen in het zuidoosten van Nigeria.
Eén van de voornaamste interesses van Anton Zeven was de geschiedenis van gewassen. Deze geschiedenis bestudeerde hij door de geografische verspreidingswegen van broodtarwe vast te stellen aan de hand van de geografische distributie van bepaalde genen, en door schilderijen van 17e-eeuwse Nederlandse en Vlaamse kunstenaars op de toenmalige groentevormen te bekijken. Verder probeerde hij de vraag te beantwoorden: wat zijn landrassen? Hoe verandert hun genetische variatie met plaats en tijd. In 1995 pre-pensioneerde hij als Universitair Hoofddocent. Hij was 29 jaar lang editor-in-chief van het Engelstalige plantenveredelingstijdschrift Euphytica.
Rond 1975 raakte hij geïnteresseerd in heraldiek, sigillografie en persoonlijke (hand)merken. Hij publiceerde vele artikelen over deze onderwerpen in onder andere ‘Veluwse Geslachten’, tijdschrift van de Genealogische Vereniging Veluwse Geslachten. Van deze vereniging is hij één van de oprichters en nu erevoorzitter. Ook verscheen van zijn hand het Wapen- en zegelboek van Veluwse Geslachten, een uitgave op cd-rom (ongeveer 1500 A4-pagina’s en 2.500 foto’s). Later ook digitaal op internet gezet. Tevens publiceerde hij een boek (2 delen) over de 1500 zegels gevonden in het stadsarchief van Wageningen, artikelen over wapens in wapenboeken aanwezig in het nu Gelders Archief te Arnhem en in alba amicorum in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Hij was de stimulator van de oprichting van het museum in Wageningen.
Hij zat in de redacties van ‘Veluwse Geslachten’, ‘Oud-Wageningen’, het ‘Heraldische Tijdschrift’ en van het heraldisch en sigillografisch tijdschrift ‘Blazoen’. Hij publiceerde over bovengenoemde onderwerpen ook in tijdschriften zoals ‘Heraldicum Disputationes’ en ‘De Nederlandsche Leeuw’. Samen zo’n 250 heraldische/sigillografische artikelen. In ‘Oud-Wageningen’ verschenen ca 180 artikelen over de geschiedenis van Wageningen.
Verder is van zijn hand het standaardwerk ‘Wie woonde waar in de binnenstad van Wageningen 1600-1900’ (ook wel (door anderen) DE DIKKE ZEVEN genoemd). Van de historische vereniging ‘Oud-Wageningen’ is hij lid-voor-het-leven.
Hij is getrouwd met Nineke (Nini Charlotte) Hissink. Zij tekende met behulp van een computer-tekenprogramma diverse heraldische wapens. Beiden wonen na de Nigeria-periode in Bennekom tot 1972 en Wageningen. Sinds november 2013 in Wassenaar. Naast twee schitterende kinderen en hun partners hebben zij twee prachtige kleinkinderen Danna en Sera.